Onenigheid over gepaste reactie op arrestatie Ai Weiwei

Begin april werd Ai Weiwei in Peking gearresteerd op verdenking van ‘economische misdaden’. De Chinese autoriteiten viseerden de kunstenaar al langere tijd. Zo werd in zijn afwezigheid zijn studio in Shanghai gesloopt. Eind vorig jaar kreeg hij huisarrest. Ai Weiwei pleit in China voor meer vrijheid op het internet, maar deinst er ook niet voor terug om de Chinese regering, al dan niet op provocerende wijze, rechtstreeks aan te vallen. De Olympische Spelen van 2008 noemde hij een ‘valse lach’ naar de buitenwereld. (De 53-jarige Ai Weiwei is onder meer bekend door zijn ontwerp van het Olympisch stadion het Vogelnest in de hoofdstad.) Na de aardbeving in Sichuan in 2008 ondersteunde hij een niet-gouvernementeel onderzoek naar het aantal scholieren dat in (slecht geconstrueerde) schoolgebouwen was omgekomen. Vlak voor hij in een rechtszaak daaromtrent in Chengdu zou getuigen, werd hij door de Chinese politie opgepakt en mishandeld. Voor de hersenletsels die hij daarbij opliep werd hij nadien in München geopereerd.

            Sinds een tiental jaar geniet de Chinese burger meer vrijheid dan ooit. Politiek waarnemers menen echter dat het Chinese bewind opnieuw een strenger beleid voert, beducht voor een volksopstand geïnspireerd door de gebeurtenissen in de Arabische wereld. In korte tijd verdween een aantal dissidenten, onder wie dus ook Ai Weiwei. In de kunstwereld is daarop wereldwijd veel reactie gekomen. Internationaal vermaarde instellingen, zoals het Guggenheim, roepen op om een online petitie te ondertekenen voor de onmiddellijke vrijlating van de kunstenaar (www.change.org/petitions/call-for-the-release-of-ai-weiwei#?opt_new=f&opt_fb=t). Zowel binnen als buiten China wordt bij deze acties de bedenking geformuleerd dat ze eerder het omgekeerde effect sorteren. Buitenlandse druk beweegt het Chinese bewind eerder tot vasthoudendheid dan tot toegeeflijkheid, getuige daarvan de zaak omtrent Nobelprijswinnaar voor de Vrede Liu Xiaobo. Daarom verkiezen andere instellingen om voorzichtiger met de zaak om te gaan, zoals het Nederlandse Architectuurinstituut (NAi), dat bij zijn heropening in juli werk van Ai Weiwei programmeert. Ole Bouman, directeur van het NAi, vindt het belangrijkste dat het werk van de Chinese kunstenaar veilig in Nederland aankomt, omdat men zo zijn stem het best kan laten horen.