KMSKA scherpt Ensoronderzoek aan

Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) kondigde tijdens de zomervakantie aan dat het in de toekomst hét centrum wil worden voor kunsthistorisch en materiaaltechnisch onderzoek van het oeuvre van James Ensor. Het museum bezit de grootste collectie werken van Ensor ter wereld, die voortdurend rondreist voor tentoonstellingen in het buitenland. Het succes van deze tentoonstellingen is voor het KMSKA een reden om nog meer in Ensoronderzoek te investeren. Het zal daarbij beroep doen en verder bouwen op de knowhow die sedert 2007 wordt ingezet voor het Rubensonderzoek. Het Ensor Research Project moet meer inzicht bieden in het creatieproces van Ensors schilderijen en omvat drie fasen. Allereerst onderzocht Museumconservator Herwig Todts de theoretische grondslagen van Ensors artistieke keuzes in een proefschrift dat hij in juli aan de Universiteit Gent verdedigde. Daarin corrigeert hij het beeld dat in de 20ste eeuw van Ensor is ontstaan, waarbij het orthodox modernistische en subversieve karakter van de kunstenaar zou worden overschat. Het materiaaltechnisch onderzoek, dat dit jaar van start ging, vormt de tweede fase. Daarbij is reeds aan het licht gekomen dat Ensor zelden spectaculaire wijzigingen aanbracht in de loop van het realisatieproces. Het werk Het schilderend geraamte (1896) vormt een uitzondering. In dit werk overschilderde Ensor zijn zelfportret met een doodshoofd. In een derde fase, die dit najaar wordt opgestart, worden de resultaten uit het materiaaltechnisch onderzoek aangevuld met kunsthistorisch onderzoek naar de historiek, de receptie en de iconografie van de werken.  (www.kmska.be)