width and height should be displayed here dynamically

Berenice Abbott, Changing New York

Er zou zich bij ons ook eens iemand ernstig moeten kunnen toeleggen op het in kaart brengen van werkelijk betekenisvolle fotohistorische onderzoeken of projecten, die soms al jaren aan de gang zijn in allerhande Amerikaanse of Europese musea. Niet zelden zijn deze instellingen zelf op zoek naar partners om hun bevindingen of verzameld materiaal, gezamenlijk en kostendelend, in een tentoonstelling en een publicatie voor te stellen. Dat was bijvoorbeeld het geval met het Museum of the City of New York die het opdrachtproject van Berenice Abbott uit 1939, Changing New York, waarvan het de vintage prints bezit, opnieuw wou uitgeven en documenteren. Het Musée Carnavalet in Parijs en het Kunstverein van Düsseldorf stapten mee in het initiatief en Schirmer/Mosel Verlag is wellicht zelfs heel tevreden dat men voor het bijbehorende boek kan instaan.

De Amerikaanse fotografe Berenice Abbott heeft zich, zelfs nog afgezien van haar eigen indrukwekkende oeuvre, een unieke plaats in de fotogeschiedenis verworven. In 1928, één jaar na zijn dood, zou ze in Parijs een ruim deel van het onvoorstelbare oeuvre van Eugène Atget onder haar hoede nemen. In 1964 publiceert ze er een studie over, The World of Atget, en enkele jaren later maakt ze de hele collectie over aan het MOMA in New York. Zelf had ze in aanvang journalistiek en beeldhouwkunst gestudeerd en het is in functie van die kunstopleiding dat ze in de jaren ’20 in Parijs aanbelandt. Ze studeert er even bij Brancusi, maar wordt in 1923 assistente in het atelier van Man Ray. Ze kiest resoluut voor de fotografie en opent twee jaar later een eigen portretstudio in Parijs. Cocteau, Gide, Joyce horen er tot haar cliënten. In 1926 maakt ze ook een portret van Atget en raakt volledig in de ban van de wijze waarop hij het verdwijnende oude Parijs van rond de eeuwwisseling had vastgelegd. Wanneer ze eind de jaren ’20 terugkeert naar New York besluit ze om op een vergelijkbare wijze de al even drastische veranderingen van deze stad te documenteren. In 1935 krijgt ze daar zelfs officieel de opdracht toe in het kader van het Federal Art Project, een specifiek ’tewerkstellingsprogramma’ voor kunstenaars in het kader van de New Deal-politiek van president Roosevelt. Het biedt haar in elk geval de mogelijkheid om voluit het New York dat zich kordaat uit de depressie werkt met een heuse boom van wolkenkrabbers en verkeersdrukte systematisch in beeld te brengen. In 1939 wordt haar project onder de titel Changing New York gepubliceerd. Zelfs Le Corbusier bleek ervan onder de indruk, hij noemde deze foto’s ‘Hot-Jazz-composities van steen en staal’.

• De tentoonstelling Berenice Abbott’s Changing New York, 1935-1939 is van tot 4 juli te zien in het Kunstverein für die Rheinlande und Westfalen, Grabbeplatz 4, 40213 Düsseldorf (0211/32.70.23). Eveneens tot 27 juni loopt in de Kunsthalle Düsseldorf op hetzelfde adres (0211/899.62.43) de tentoonstelling City. Fotografien und Projektionen van Beat Streuli.