width and height should be displayed here dynamically

Craft! Now. Over kunst en handwerk

Craft! Now. Over kunst en handwerk, CODA Museum, Apeldoorn, 2024, foto Sushilla Kouwen

Sinds de industriële revolutie staat produceren op gelijke voet met consumeren. Waar vorige generaties door techniek en materiaalkennis verbonden waren met de objecten die ze dagelijks gebruikten, draait onze relatie met dingen vandaag om het eindproduct. Produceren en consumeren doen we in het Westen overdadig, onbewust en vooral snel. Zo snel dat we vervreemd raakten van het maakproces. Deze verarming van kennis resulteert veelal in te weinig waardering voor materialen, wat dan weer een weerklank vindt in snel consumeren. Zoals socioloog Steven Miles het omschreven heeft, kan consumentisme worden begrepen als een culturele toestand waarin economische consumptie een manier van leven wordt. Binnen de nu-nu-nu-maatschappij dreigen ook kunst en cultuur gecomprimeerd te worden tot enkel koopwaar. De tentoonstelling Craft! Now in het CODA Museum in Apeldoorn tracht een tegengeluid te geven aan de hand van het werk van tien hedendaagse kunstenaars. Zij denken na over maakprocessen en het gebruik van objecten, met gevarieerde resultaten van textielpoppen van familieleden tot een badkuip van hooi.

Binnen de drie hoofdthema’s – ‘Gender handwerk’, ‘Gereedschap materialen’ en ‘Duurzaamheid kostbaarheid’ – schenkt de tentoonstelling aandacht aan hoe handwerk ‘verbindend’ en zelfs ‘helend’ kan werken. Volgens Rianne Groen, conservator in het CODA Museum voor moderne kunst en vormgeving, is dit passend in een tijd waarin steeds meer mensen naar vertraging zoeken. Ambachtelijke kennis ging verloren omdat door de industriële revolutie de noodzaak om zelf producten te maken verdween: massaproductie verving handwerk. Onder anderen Paul Virilio heeft over dit soort acceleratieprocessen geschreven, door te stellen dat al wat sneller beweegt al wat traag is gaat domineren. Ook binnen de hedendaagse kunst verschoof de nadruk op het ambacht steeds meer naar een focus op het verhaal en het concept van het kunstwerk. Met Craft! Now probeert Groen het hernieuwde belang van het ambacht voor jonge kunstenaars te belichten, in plaats van een meer cerebraal ‘idee’ van een kunstwerk. Het is een sterk vertrekpunt, dat toch niet ten volle wordt benut.

Het verlangen naar traagheid wordt door elk werk op de tentoonstelling op de een of andere manier opgeroepen. Vooral Dark Uncles (2020) van Klaas Rommelaere (1986) is exemplarisch. Rommelaere ziet zijn artistieke praktijk als een vorm van meditatie: opperste concentratie en toewijding staan centraal. Elke steek van zijn textielwerken wordt met grote precisie gezet. Het is een zeer tijdsintensief proces, zodat Rommelaere op den duur ondersteuning zocht bij een groep vrijwilligers die hij ‘de madammen’ heeft genoemd en met wie hij geborduurde versies van zijn familieleden maakte. Door middel van dit collectieve maakproces laat hij een verscheidenheid aan delicate aspecten van kleding zien. Als medium zorgt de draad letterlijk voor materiële verbintenissen, maar hij draagt ook bij tot het versterken van de immateriële banden tussen individuen, zoals bij ‘de madammen’ het geval is, die elkaar voor het project nog niet kenden.

Vanuit een historisch perspectief werd handwerken als iets vrouwelijks afgedaan, als een traditioneel onderdeel van het huishouden. Wat nodig was werd eigenhandig geproduceerd, vaak op zeer doelmatige wijze. Wanneer dergelijke werkjes vanuit een hedendaags artistiek perspectief worden belicht, worden ze ironisch genoeg als het werk van een ‘vakman’ beoordeeld en gewaardeerd. Hoe dergelijke classificaties gelinkt zijn aan stereotypische technieken en materialen toont ook het werk van Joana Schneider (1990). Zij reconstrueert afgedankte visnetten tot nieuwe beeldende vormen. Voor het werk Totem Raufen (2021) gebruikte ze een schijnbaar versteend borduursel, gemaakt met technieken die ze van lokale vissers leerde. Het resulteert in imposante textiele beelden, uitgevoerd in ruige materialen maar met een zachte vormentaal.

Een ander werk, Narges Mohammadi’s Badkamer van stro (2021), is deels in tegenstrijd met het tentoonstellingsconcept. Het werk belichaamt de groeiende kloof tussen rijk en arm. Een badkamer met een bad is immers niet weggelegd voor een groot deel van de wereldbevolking. Stro is daarentegen goedkoop en breed beschikbaar. Zo brengt het bad, in combinatie met het materiaal waaruit het is gemaakt, een intrigerend sociaal-economisch spanningsveld tot stand. Dat komt echter niet uitvoerig aan bod. In plaats daarvan verklaart Craft! Now enkel dat ambacht een vorm van privilege kan zijn: de tijd die nodig is om een object met de hand te fabriceren, maakt het kostbaar. Maar de tentoonstelling legt het onderliggende debat dat Mohammadi (1972) met haar werk tracht te openen niet verder uit. Want hoewel de kunstenaar op sterke wijze gebruikmaakt van materiaal en technieken, voeren ze niet de boventoon in haar werk, en zo treden toch weer het verhaal en het concept op de voorgrond.

Ambacht wordt vaak in relatie gebracht met tradities en waarden, maar ook met collectief makerschap. In de tentoonstelling wordt dit gemeenschapsgevoel gestimuleerd door de bezoekers uit te nodigen om bijvoorbeeld deel te nemen aan een maakproces door een draad over en door een weefgetouw te halen. Op die manier gaat het werk zichtbaar vooruit, en wordt het bij uitstek waardevoller naarmate je er meer tijd aan besteedt. Het is opnieuw een aantrekkelijk idee, maar de opzet en de uitwerking ervan laten toch wat steken vallen. Het raster in het weefgetouw is bijvoorbeeld vrij grof opgezet, wat resulteert in een afgeraffeld ogend stuk. Een degelijk niveau van aandacht en zorg ontbreekt, waardoor opnieuw het tegendeel wordt gevisualiseerd van wat Craft! Now beoogt: een haastig proces waarna de bezoeker kan zeggen iets ‘gemaakt’ te hebben, zonder enige voorkennis en zonder besef van de intensiteit en het vakmanschap die nodig zijn voor echt handwerk. Het weefgetouw, hoe paradoxaal ook, onderstreept zo de mentaliteit dat alles snel geproduceerd moet worden.

Ondanks de intentie om het maakproces te belichten, geeft CODA ook elders in de tentoonstelling weinig inzage in of uitleg over de gebruikte technieken of materialen. De vrij summiere zaalteksten gaan – opmerkelijk genoeg – overwegend in op het conceptuele verhaal achter het ontwerp, en niet zozeer op de technieken zelf. De kans om niet alleen kritiek te leveren op de snelheid van de maatschappij, maar ook op de afwezigheid van langdurige aandacht binnen het museum, wordt op die manier niet benut. Wat primeert is een visueel verhaal, waarbij een vluchtige blik op de beknopte teksten moet volstaan. De titel Craft! Now is wat dat betreft zeer treffend: het ambacht staat prominent in de kijker, maar dan wel direct, op dit moment, zonder omwegen, nu! Een reeds aangekondigd vervolg in de vorm van Craft! Future zal misschien meer echte vertraging en technische diepgang kunnen bieden.

 

• Craft! Now. Over kunst en handwerk, tot 14 april, CODA Museum, Vosselmanstraat 299, Apeldoorn.